Cultuur
De 14de en 15de eeuw in de Lage Landen werden gekenmerkt door een economische en politieke bloei. Een handeldrijvende middenklasse beschikte over een steeds groter vermogen en kon het zich veroorloven luxeproducten als kunst te betalen. Hiermee werd een explosieve opbloei van kunst in deze regio gestart. Niet enkel de middenklasse was hiervoor verantwoordelijk. Ook de hogere adel deed onder andere schenkingen voor kunst, vaak met religieuze aanleiding. Er kwam een nieuwe muziekstijl, de Vlaamse Primitieven maakten furore in de schilderkunst en de religieuze en wereldlijke gemeenschapsbouw kende een opmars, waarbij het Graafschap Vlaanderen initieel de leiding nam.
Schilderkunst
Reeds omstreeks 1400 klimt de schilderkunst in Vlaanderen en Brabant op tot één van de besten in zijn soort, en het duurde niet lang voor de Lage Landen bekend stonden voor hun uitmuntende schilders. Denk hierbij aan Jan en Hubert van Eyck en hun zus Margaretha, aan Rogier van der Weyden, Hans Memling en Dirk Bouts. De Vlaamse Primitieven. Ze brachten een frisse wind, vernieuwing in de schildertechniek en een Vlaamse identiteit.
In de 15de eeuw was de schilderkunst immers niet langer enkel en alleen bedoeld als verklaring van religieuze onderwerpen, maar het was ook - en vooral - bedoeld om te imponeren. Iedereen die het zich kon permitteren kocht schilderijen. Bij Jan van Beieren aan het hof bijvoorbeeld, woonden er schilders die hun werken niet enkel aan de vorst, maar ook aan zij die het konden betalen aanboden. Het was de intrede van de wereldse kunstenaars.
Hét schilderij van de Bourgondische tijd, is toch wel het Lam Gods. Het is het gezamenlijke werk uit 1426 van de gebroeders van Eyck en is misschien wel het bekendste werk uit onder vaderlandse middeleeuwse geschiedenis. Het staat bekend om zijn kleurschakeringen en finesse, maar bovenal om de juistheid en de symmetrische opbouw die model staat voor een hele school van Vlaamse schilders. De gebroeders van Eyck trokken aandacht tot ver buiten de eigen landsgrenzen en waren bijvoorbeeld de inspiratiebron voor de Madonna van der Paele en de Madonna van kanselier Rolin.
Een geheel eigen plaats neemt Jheronimus Bosch uit 's-Hertogenbosch in met zijn fantasierijke monsters, vliegende vissen en andere vervreemdende voorstellingen
Bouw- en beeldhouwkunst
De meest concrete en opvallende bewijzen van de bloei en ontwikkeling van de cultuur in de Lage Landen tijdens de Bourgondische dynastie, zijn de vele gebouwen voor religieus én wereldlijk gebruik, alsook privéwoningen
Zo werd bijvoorbeeld de bouw van het stadhuis op de Grote Markt in Brussel in 1402 gestart. Enkele gebouwen die het voorbeeld volgden zijn; de beroemde toren van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen, de Antwerpse Beurs die in 2020 gerestaureerd werd, het stadhuis van Oudenaarde, de Grote Markt in Mechelen... Daarnaast werden er ook verschillende gildehuizen opgebouwd in de verschillende Vlaamse steden.
De Keldermansarchitecten uit Mechelen droegen de typische stijl van bijvoorbeeld de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen op de rest van de Nederlanden over, tot zelfs in Frankrijk. De Haarlemse beeldhouwer Claus Sluter, die ook enkele bekende beelden van het praalgraf van hertog Filips de Stoute maakte (de petits pleureurs), had zijn vorming waarschijnlijk in Brussel ontvangen, maar werd al vroeg door de Bourgondische hertog naar Dijon geroepen, waar hij met verscheidene andere beeldhouwers uit de Lage Landen aan het werk ging en ze opleidde.